BEEK

Oude foto Beek

Beek werd voor het eerst vernoemd in 1155. Het is een Kempisch landbouwdorp, gelegen in de Vlakte van Bocholt, met hoofdzakelijk rundveeteelt en heidegebied. Tegenwoordig is Beek vrijwel vastgebouwd aan de kom van Bree.

Evenals Bree behoorde Beek vóór 1007 tot het domein Britte, eigendom van Graaf Ansfried en oprichter van de Abdij van Thorn. Later werd dit domein gesplitst maar Beek bleef behoren aan de Abdij van Thorn. De voogdij van de goederen kwam uiteindelijk in handen van de Graaf van Loon. De Sint-Martinuskerk is waarschijnlijk gesticht door de Abdij als dochterkerk van Kessenich. In 1741 kwamen de kluizenaars van de kluis Mariëndal uit Bree naar Beek om geesteszieken te verzorgen. De kluis werd in de Franse tijd opgeheven.

 

Beek tegenwoordig

Beek vormde samen met Bree, Reppel en Gerdingen een bestuurlijke eenheid: de Vier Crispelen. Rechtspraak werd gesproken door de schepenbank van Bree.

Bij de Slag van Sint-Nicolaasdag in 1648 verloor Beek 12 burgers.

Op het grondgebied worden een aantal leen- en laathoven vermeld. Op de Abeek functioneerden 3 watermolens.

Tijdens het Ancien Régime was er ook al een lagere school.

Elk jaar wordt het Sint-Maartensvuur georganiseerd bij de brug over het kanaal.