OPITTER
Opitter werd voor het eerst vermeld in 1143 als Itera. Het is een Kempisch dorp, dat deels in de Vlakte van Bocholt en deels in het Kempisch Plateau ontstond als een rivierdalnederzetting op de Itterbeek met landbouw en veehouderij. Een grensafbakening is reeds bekend in 1390. Opitter behoorde zeker tot het domein van de graven van Loon. Michiel van Rothem, ministeriaal ridder van de graaf, schonk het patronaatsrecht in 1279 aan de abdij van Averbode. De heerlijkheid kwam vervolgens in het bezit van verschillende geslachten. Vanaf 1400 waren er conflicten met de Vier Crispelen over het gebruik van gemene heidegronden in het Hasselterbroek. In de slag van Sint-Nicolaasdag in 1648 verloor Opitter 11 mannen. Op de Itterbeek functioneerden verschillende watermolens. De Sint-Trudokerk was waarschijnlijk een stichting van de graven van Loon. Vanaf 1300 waren patronaatsrecht en tienden in het bezit van de abdij van Averbode. Eind 1400 werd de O.-L.-Vrouwkapel opgericht en is nog steeds een belangrijk bedevaartsoord.
In het centrum bevindt zich de brouwerij Sint-Jozef die vermoedelijk opgericht werd in het begin van de 19de eeuw en sinds 2015 onder de naam Cornelissen brouwt. Ook lag in het centrum een kasteel van de heren van Opitter, gegroeid uit een laathof. Het werd in 1900 vervangen door een kasteel in neogotische stijl met een tuin in Engelse landschapstijl. Dit kasteel werd afgebroken en vervangen door het CC. Itterdal.
In 1970 werd de wijk Solt met Sint-Antoniuskapel uit 1656 bij Opitter gevoegd.
Enkele bekende personen zijn; Clijsters Lei (voetballer), dochter Kim (tennisster) en Janssen Pier (voetballer).