GERDINGEN
Gerdingen was een zelfstandige gemeente tot aan bij de fusie in 1965. Binnen de deelgemeente Gerdingen bevinden zich de gehuchten Gerkenberg en Nieuwstad. In 2008 telde Gerdingen 2377 inwoners.
Gerdingen heeft zich ontwikkeld van een Kempisch landbouwdorp tot een woondorp. De rest van Gerdingen is nog agrarisch met verscheidene landbouwbedrijven. Industrie is er niet geweest, afgezien van een dakpannen- en steenfabriekje dat in 1833 werd aangehaald. Gerdingen werd voor het eerst vermeld in 1139 als Ingengeis en later Gardengeis, het vrijgoed (allode, heerlijkheid) Gerdingen, Gherdinghen. Deze heerlijkheid was al vóór 1241 in handen van de heren van Stein.
Andere ‘Heren van Gerdingen en Nieuwstad’ kwamen uit de families der Merwede, Rode van Opsinnich, van Werst, Van Eynatten Van Lichtenberg en Van Schaesberg. In de buurt van de kerk van Gerdingen heeft mogelijk hun burcht gestaan.
Gerdingen maakte ook deel uit van de Vier Crispelen, een ministaatje met Bree als centrum, en had een eigen schepenbank.
De laatgotische Onze-Lieve-Vrouwkerk dateert uit de 16de eeuw met een romaanse toren uit de 12de eeuw.
Bij het klooster van de Gerkenberg is tegenwoordig een rusthuis en dienstencentrum.